De MCD bezoekt Maastricht - een terugblik

Wat kunnen we leren van binnenstedelijke transformaties in Maastricht? Dat was de centrale vraag tijdens de jaarafsluiting en terugkomdag van Module 3 Urban Governance. Een waardevolle leerervaring op locatie en vanwege de maandenlange lockdown een extra welkome excursie. Maastricht toonde de MCD’ers twee voorbeelden van gebiedsontwikkeling in optima forma: de A2 Groene Loper en het Sphinxkwartier. De dag vond plaats onder de bezielende leiding van emeritus hoogleraar Nico Nelissen en de MCD vroeg hem een terugblik te schrijven. 

Denk je een rustig uitstapje te hebben. Nee hoor, het was hard, maar wel heel plezierig werken! Door Wouter Jan Verheul was ik uitgenodigd om een excursie te leiden ter afsluiting van de MCD Module Urban Governance. Dit keer naar Maastricht, een stad die iedereen wel eens bezocht heeft, maar veel mensen eigenlijk ook niet echt kennen. Waarom niet? Omdat veel bezoekers alleen maar de overbekende dingen zien, zoals het Vrijthof en de Sint-Servaasbasiliek, het Stokstraatgebied en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Maar in Maastricht is natuurlijk veel meer te ontdekken en dat hebben de deelnemers aan de excursie gemerkt. In alle vroegte vertrokken ze uit hun woonplaatsen om rond 10 uur een huurfiets in de handen gedrukt te krijgen en te worden ‘gedecoreerd’ met een audio headset. Veel informatie, zeer veel informatie, maar gelukkig een zeer belangstellende en gemotiveerde groep.

De tocht begon vanaf het stationsgebouw in de richting van de Groene Loper, een avenue met grootstedelijke allures naar een ontwerp van West8 uit Rotterdam. Door het aanleggen van een tweelaagse tunnel kwam boven dit tracé een langgerekte strook van ruim twee kilometer grond ter beschikking, die volledig opnieuw kon worden ingericht. Weg vrachtauto en personenauto, nu ruimte voor voetgangers, fietsers en joggers en dat allemaal in een groene setting van dubbele rijen lindebomen. Langs deze loper: aan beide zijden het behoud van waardevolle bestaande bebouwing (onder andere de Gemeenteflat) en de bouw van nieuwe appartementen in een gevarieerde architectuur. Op het Projectbureau Avenue2 werd de groep ontvangen voor nadere uitleg over de governance van het gebiedsproject. De Limburgse vlaai ontbrak daarbij natuurlijk niet. Procesmanager Jos Geurts wist alles haarfijn uit de doeken te doen wat betreft de samenwerking tussen betrokken partijen bij deze gebiedsontwikkeling. Eertijds van elkaar gescheiden wijken zijn weer met elkaar in verbinding gebracht.

De Groene Loper is een ’succes-story’ bij uitstek. Zowel het proces van totstandkoming, als de (voorlopige) resultaten zijn als voorbeeldig te kwalificeren. Het project heeft gedurende de jaren aan ‘integraliteit’ gewonnen. Dat wil zeggen dat gedurende de rit als gevolg van opgedane ervaringen het perspectief van De Groene Loper verbreed en verdiept is: van infrastructuur naar woon- en leefomgeving, van technische naar sociale oriëntatie, van rationele aanpak naar een benadering met aandacht voor emotie, van besluitvorming in kleine kring naar overleg in breed verband, van curatieve aandacht voor gezondheid naar een preventieve benadering, enzovoort. Kortom: er zijn fundamentele leerervaringen opgedaan die constructief zijn benut, waardoor de ‘integraliteit' van De Groene Loper verbreed en verdiept is. Daarbij merk ik op dat het met De Groene Loper niet anders zal gaan, dan bij andere grote en grootse projecten, namelijk dat het ‘eindresultaat’ steeds verschuift, zowel wat betreft het moment als wat betreft de inhoud. Het gaat om een proces dat door zich steeds wijzigende opvattingen over wat wenselijk en minder wenselijk is, en als gevolg van zich wijzigende maatschappelijke en politieke omstandigheden, steeds weer opnieuw gedefinieerd en geherdefinieerd zal worden. 

Wat mij opviel was dat de masterstudenten een buitengewoon actieve belangstelling hadden voor alles wat te maken had met de besluitvorming rondom De Groene Loper: welke partijen hebben vanuit welke perspectieven op welke manier in dit proces geparticipeerd en vooral ook: hoe heeft het projectbureau in deze (strategisch) gehandeld. Ook de manier waarop met de buurt en met de verschillende betrokken partijen is omgegaan had de volle aandacht van de studenten. Dat is te begrijpen, want hun specifieke optiek richt zich met name op ‘urban governance’ waar 'multi-actoren en multi-level besluitvorming' een aandachtsgebied bij uitstek is.

De bekende architect-stedenbouwkundige Jo Coenen stelde het masterplan op voor het Céramiqueterrein. Dat kon natuurlijk niet worden overgeslagen en als begeleider van de dag heb ik de deelnemers tijdens de fietsritten op de hoogte gebracht van alle bijzonderheden die we onderweg tegen kwamen. Vervolgens op weg naar het Sphinxkwartier, naar het gebied waar het Regout-imperium destijds zijn aardewerkfabrieken had. De geschiedenis van deze familie en de ontwikkeling van de aardewerkindustrie is te zien in de fraaie Sphinx-passage waar op 30.000 tegels die industriële verleden van de stad is uitgebeeld. De lunch werd geserveerd in het rooftop restaurant van het Eiffelgebouw, waar je een fascinerend uitzicht hebt op stad en omgeving. Geen tijd om daar al te lang te blijven, want de architect Fred Humblé stond al gereed om te vertellen over het project ‘Les Mouleurs’, een verrassend voorbeeld van CPO (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap). Wie denkt dat dit een eenvoudige opgave is, komt bedrogen uit. 

Het is ook niet eenvoudig om een oude kapel te kopen, zijnde een rijksmonument, en er dan een nieuwe hedendaagse bestemming aan te geven. Deze uitdaging werd opgepakt door René Holten, een befaamd designer, die er zijn atelier en kantoor heeft ondergebracht. Je kunt de kapel niet missen als je let op de fantastische nieuwe deur met een Andrieskruis als motief. 

Ben je stedenbouwer in Maastricht, dan heb je steeds met ambitieuze plannen te maken. Dat weet Peter de Ronde van de gemeente Maastricht maar al te goed. Hij heeft het wel en wee van de ambitieuze Belvedère-plannen meegemaakt en weet hoe door (economische) omstandigheden ambities teruggebracht moeten worden en nieuwe kansen moeten worden benut. De binnenstedelijke gebiedstransformatie toont het belang van het borgen van cultureel programma en voorzieningen, waaronder filmhuis Lumière, popcentrum De Muziekgieterij en Bureau Europa. Maastricht heeft TOPOS als lokaal architectuurcentrum en kent daarnaast een Bureau Europa (vroeger gerelateerd aan het Nederlands Architectuur Instituut en tegenwoordig zelfstandig opererend). Remco Beckers informeerde de deelnemers over deze organisatie en over de tentoonstelling ‘Vruchtbaarheid en architectuur’. 

De resterende energie werd benut om het recent gereedgekomen Frontenpark te ‘befietsen’, een herinrichting van een deel van het aardeverdedigingsstelsel tot een eigentijds park waarin militaire geschiedenis, industrie verleden, natuur en landschap met elkaar een boeiende verbintenis aangaan. Tijd voor het diner en waar kan dat beter worden genuttigd dan in een restaurant van de binnenhaven, het Bassin. Een uiterst tevreden gezelschap had de gelegenheid om daar te genieten van de culinaire attracties en de erbij passende wijnen. Met een boek in de hand (‘De stad als open boek’) als afscheidsgeschenk moesten de deelnemers zich haasten om nog hun laatste trein te halen. 

Dankzij de fantastische voorbereiding van Wouter Jan Verheul en Nicole Maat, was het voor mij als docent een waar genoegen om deze MCD-ers gedurende de hele dag nader te enthousiasmeren voor gebiedsgerichte ontwikkelen!

Prof. dr. Nico Nelissen, docent MCD en emeritus hoogleraar Radboud Universiteit

Ook leren over sturing en sturen in stedelijke ontwikkeling? Schrijf je dan nu alvast in voor module 3 Urban Governance die plaats vindt van 13 januari t/m 24 februari 2022.

 

 

 

 

 

 

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen