De mobiliteit is door Covid aan veranderingen onderhevig het laatste jaar. We reizen minder met het openbaar vervoer en fietsen en wandelen meer. De auto wordt vaker gebruikt voor individuele ritten. Zijn deze veranderingen blijvend?
Tijdens het seminar Covid, Mobiliteit en gebiedsontwikkeling gingen verschillende sprekers dieper in op deze vraag.
Martine de Vaan is innovatiemanager bij het Rijksvastgoedbedrijf en betrokken bij de City Deal Ruimte voor Lopen. Ze merkt dat mobiliteitvraagstukken, zoals het weren van auto’s in bepaalde gebieden, eenvoudiger kunnen worden uitgevoerd dan vooraf gedacht. Soms blijkt echter wel dat de gemeentelijke regelgeving nog niet zover is om de auto uit bepaalde gebieden te weren. “De gemeente eist dan bijvoorbeeld een bepaalde parkeernorm, terwijl dit soms helemaal niet noodzakelijk is. Vanuit het Rijksvastgoedbedrijf zouden we op sommige locaties graag minder parkeerplekken hebben, zeker bij de gebouwen dichtbij stations. We leggen soms parkeerplekken aan die vervolgens nooit gebruikt worden.”
Vanuit gezondheidsoogpunt wordt er door bedrijven steeds meer gekeken of medewerkers op e-bikeafstand wonen van het werk, zo merkt De Vaan. Er wordt steeds vaker gestimuleerd om de auto te laten staan.
De Vaan is ook betrokken bij Citydeal Ruimte voor Lopen. “Hoe ontwikkelen we nou een ideale wandelstad? We moeten wandelgebieden meer met elkaar verbinden. Maar daarbij moeten we de rustmomenten niet uit het oog verliezen. Er moeten dus ook plekken gecreëerd worden waar mensen kunnen ontspannen en onthaasten.”
Hoe kunnen we lopen meenemen in een mobiliteitsnorm, vroeg dagvoorzitter en programmadirecteur MCD Helma Born aan De Vaan. “Als je bijvoorbeeld kijkt naar de verschillende routeplanners dan worden mensen vaak naar de dichtstbijzijnde bus- of tramhalte gestuurd, terwijl er misschien wel een mooie looproute is van twintig minuten. Mensen moeten eenvoudiger toegang krijgen tot de mooiste looproutes.”
‘Snel terug naar gewoontes’
Matthijs Dicke-Ogenia is onderzoeker mobiliteit en gedrag bij Goudappel. Hij stelde dat de thuiswerkers wel de intentie hebben om thuis te blijven werken, maar dat het gedrag straks anders zal uitwijzen. “Het lijkt erop dat overheden en bedrijven denken dat mensen ook na de coronacrisis blijven thuiswerken. Maar ik stel hier vraagtekens bij. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan, waaronder door het KiM. Veertig procent van de ondervraagden geeft aan ook na de crisis open te staan voor thuiswerken. Maar de praktijk wijst vaak toch anders uit. Mensen zeggen eerst a, maar doen vervolgens b.”
Het is vaak ook moeilijk om gewoontes doorbreken, zegt Dicke. “We werken nu allemaal thuis, maar dat komt omdat er nu geen andere mogelijkheid is. Het risico is als we weer naar kantoor mogen dat de gewoonte van naar het werk gaan snel weer terugkeert.” Werkgevers moeten werknemers actief stimuleren om thuis te blijven werken als de coronacrisis achter de rug is. “De voordelen en winsten van thuiswerken moeten vaker worden benoemd. Zo ontwikkel je een beloningsysteem voor werknemers. Dat maakt het makkelijker om gedrag te veranderen. Geef aan wat werknemers kunnen doen door bijvoorbeeld het wegvallen van de reistijd; meer tijd om te koken of voor het oppakken van een hobby.”
Maaike Alles, programmamanager OV-Knooppunten bij de provincie Noord-Holland, en Giuliano Mingardo, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit, gingen dieper in op de vraag of de mobiliteitshub een trend of een hype is. “Talloze gebiedsontwikkelingsprojecten in Nederlandse steden hebben het concept van mobiliteitshubs omarmd. Toch zijn de meeste mobiliteitshubs op dit moment niet meer dan een artist impression in een beleidsnota of in een projectvoorstel. Mooi idee, maar we weten absoluut niet of het gaat werken”, zo stelde Mingardo aan de hand van een aantal afbeeldingen.
In Noord-Holland zijn verschillende ov-knooppunten ingericht die kunnen dienen als basis voor de verschillende hubs. Alles: “We zijn als provincie al sinds 2010 bezig met het inrichten van ov-knooppunten. Dat zijn verschillende treinstations en twee grote busstations. We realiseren multimodale knooppunten, waarbij reizigers ruime keuze hebben in modaliteiten. Je moet makkelijk van vervoersmiddel kunnen wisselen en het overstappen moet soepel verlopen. De knooppunten moeten ook prettig zijn om te verblijven, dus er moet ruimte zijn voor groen met veel faciliteiten. Daarnaast proberen we de ruimte rondom de knooppunten zo goed mogelijk benutten. We willen er zoveel mogelijk woningbouw, kantoren en voorzieningen realiseren. We hebben als hoger doel om het landschap te besparen en efficiënt met ruimte om te gaan.”
Magneetwerking
Professor en econoom Frank van Oort nam de bezoekers mee in wat recent economisch onderzoek laat zien over de effecten van de pandemie in het imago van de stad. In de afgelopen jaren leek de stad alleen maar aan aantrekkingskracht te winnen. Verandert de coronacrisis de magneetwerking van de stad? “De stad blijft zeker een economische magneet. Iedereen kent de schaalvoordelen van de stad en die zullen niet veranderen”, zo zegt Van Oort. Aan de hand van de verschillende economische scenario-analyses over de langetermijngevolgen van corona, nam Van Oort vervolgens de bezoekers mee in mogelijk veranderende accenten in de stad.
Terugkijken
Tickethouders hebben een mail ontvangen en kunnen het seminar terugkijken.
Geen ticket, maar wil je het seminar graag terugkijken? Dat kan voor slechts €10,- !
We sturen je de toegangscode toe. Je kunt de terugkijkcode aanvragen door een e-mail te sturen naar erna@acquirepublishing.nl
SAVE THE DATE
Eind dit jaar hopen we elkaar weer live te mogen begroeten in Rotterdam: op 16 december 2021, om 13.30 uur. Noteer de datum alvast in je agenda. Het thema van dit seminar is Stadslogistiek. Als de richtlijnen anders zijn, dan komen we online bijeen.
In augustus 2021 maken we de sprekers bekend en de definitieve programmering.